Algemene voorkomen van de Alaskan Malamute

Standard FCI n° 243/14.08.1996/GB
Oorsprong: USA
Groep: Groep 5 (Hond type Spitz en primitieve)
Sectie 1 (Nordic sledehonden)

 

Algemene voorkomen van de Alaskan Malamute

Standard FCI n° 243/14.08.1996/GB
Oorsprong: USA
Groep: Groep 5 (Hond type Spitz en primitieve)
Sectie 1 (Nordic sledehonden)

Algemeen voorkomen

De Alaskan Malamute, één van de oudste sledehonden van de noordpool, is een krachtig gebouwde hond met een diepe borst, een sterk gespierd lichaam en veel substantie. 
De Malamute staat krachtig op zijn poten en dit verleent hem een trotse houding en toont zijn werklust aan, het hoofd goed omhoog gehouden, alerte ogen die interesse en nieuwsgierigheid uitdrukken. 
Het hoofd is breed. De oren zijn driehoekig en opgericht als de hond attent is. De snuit is dik en gaat stilletjes naar beneden vanuit de stop naar de neus, niet spits maar ook niet te kort.. De vacht is dik met een ruwe dekmantel die tamelijk lang is, om de wol van de ondervacht te beschermen. Er bestaan verschillende kleuren. 
De tekeningen van het gezicht zijn typisch voor het ras, een kap op de schedel, het gezicht helemaal wit (open face) of getekend met een streep (vanaf de kap tot de neus) en/of een masker (begrensd rond de ogen).
De staart is goed bevederd met vacht en wordt gedragen over de rug zoals een wuivende pluim. 
De malamute moet sterke botten hebben met gezonde benen en goede voeten, een diepe borst en sterke schouders, Hij moet alle karakteristieken hebben die erop wijzen dat hij doeltreffend in staat is zijn werk uit te voeren. 
Zijn gangwerk moet heel regelmatig zijn, evenwichtig, vlot en doeltreffend.
Hij moet niet gebruikt worden als snelheidsracer om te rivaliseren in snelheidswedstrijden. De Malamute is gebouwd voor kracht en uithoudingsvermogen en alle karakteristieken, het temperament inbegrepen, die in de weg zouden kunnen zijn om zijn werk te kunnen uitvoeren moeten aanzien worden als zware fout.

Rasstandaard

Belangrijke samenvatting

Als men een malamute keurt, moet zijn functie als sledehond, om zware lasten te trekken in het hoge Noorden in aanmerking genomen worden als het meest belangrijke karakteristiek, en moet primeren over al het andere. Om een malamute op fouten te beoordelen moet men rekening houden met de karakteristieken die afwijken van het ideale beeld van de hond, volgens de standaard en deze keuring moet ook gebaseerd zijn op fouten die de hond aantoont en die hem zouden kunnen hinderen zijn werk correct uit te voeren. De poten van de malamute moeten een enorme kracht aantonen en een formidabele stuwkracht. Alle zwakke tekenen in de poten en de voeten, van voor alsook van achter, in stand of in beweging, moet aanzien worden als ernstige fout.

Enkele van deze fouten zijn: spreidvoeten, koehakken, slechte kussentjes, steile schouders, te weinig hoekingen, smal gangwerk en alle andere fouten betreffende het gangwerk (niet evenwichtig, niet sterk, niet stuwend) te weinig bot, een ondiepe borst, te fijn, algemene slechte proporties en onsterke gewrichten

Alle bovenvermelde afwijkingen moeten aanzien worden als fout en moeten in aanmerking worden genomen naargelang de ernst van de afwijking.

Diskwalificatie

  • Agressieve of te timide honden of te timide.
  • Elke hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen moet worden gediskwalificeerd.
  • Blauwe ogen.
  • Bij de reuen moeten beide testikels in het scrotum afgedaald zijn.
  • Lang harige vacht (woolly)
  • Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met rastypische bouw moet worden gebruikt voor de fokkerij.
Rasstandaard
Rasstandaard
Rasstandaard

Maat, Verhouding, Substantie

Men moet in dit ras rekening houden met een natuurlijke variatie. De ideale verhoudingen tussen hoogte en gewicht zijn:
Reuen: 25 inches schofthoogte (63.5 cm) en 85 pounds (38.5 kg)
Teven: 23 inches schofthoogte (58.5 cm) et 75 pounds (34 kg)

Toch mag de verhouding tussen maat en gewicht niet overwegen tegenover het type en alle andere functionele karakteristieken. Wanneer twee dieren gelijk zijn qua type, verhouding, gangwerk en functionele karakteristieken, dan zal de voorkeur gegeven worden aan degene die de standaardmaten het meest benadert. De diepte van de borst moet ongeveer de helft zijn van de totale hoogte vanaf de schoft, het diepste punt moet zich juist achter de voorhand bevinden. De lengte van het lichaam, gemeten vanaf de schouders tot het uiterste punt van het bekken, is langer dan de schofthoogte. Het lichaam mag geen overgewicht hebben en de dikte van de beenderen moet in verhouding zijn met de maat van de hond.

Hoofd

Het hoofd is breed en diep, niet grof of zwaar, maar in verhouding met de maat van de hond. De uitdrukking moet zacht zijn en vriendschap en zachtheid tonen.

Ogen

De ogen zijn schuin in de schedel geplaatst. Ze zijn bruin en amandelvormig en middelmatig groot. Blauwe ogen zijn niet toegelaten.

Oren

De oren zijn middelmatig groot, maar klein in verhouding tot het hoofd. Ze zijn driehoekig en zachtjes afgerond aan de puntjes. Ze staan uit elkaar. Van achteraan gezien bevinden ze zich aan de buitenkant van de schedel, zonder deze boven te gaan.
Van voren gezien moet het laagste punt van het oor in een lijn staan met de bovenste hoek van het oog. Ze geven de indruk van de schedel af te staan als de hond alert is. De gespitste oren draaien lichtjes naar voren, wanneer de hond aan het werken is, zijn de oren soms naar achter gevouwen langs de schedel. Te hoog aangezette oren zijn een fout.

Schedel

De schedel is breed en middelmatig gewelfd tussen de oren, wordt stilaan smaller en platter vanaf de hoogste punt tot aan de ogen toe. De schedel is afgerond naar de kaken die middelmatig vlak moeten zijn. Tussen de ogen vormt de schedel een middelmatig grachtje. Tussen de hoge lijn en de voorste lijn van de snuit bestaat er een lichte afdaling.

Snuit 

De snuit is groot en massief, in verhouding met de schedel, een beetje afnemend qua dikte en diepte vanaf de overgang van de schedel naar de neus.

Neus, lippen, omtrek van de ogen, pigment

De neus, de omtrek van de ogen en de lippen moeten altijd zwart zijn, behalve bij de rode malamute. Bruin is toegelaten bij de rode malamute. De lichte pigmentatie van de neus, of « sneeuwneus », is toegelaten. De lippen moeten goed sluiten. De boven en onderkaak moet groot zijn en voorzien met grote tanden. De tanden moeten sluiten in een schaargebit. Onder- of bovenvoorbijt is een fout. 

Hals, nek, lichaam en staart

De nek is sterk en matig gewelfd. De borst moet goed ontwikkeld zijn. Het lichaam is compact maar niet te kort. De rug is recht, zachtjes naar beneden gaande vanaf de schouders naar de heupen. De lendenen moeten sterk zijn en goed gespierd. Te lange lendenen die de rug verzwakken is een zware fout. De aanzet van de staart zal niet te hoog nog te laag zijn, hij zal de lijn van de wervels van de rug volgen naar de basis. De staart moet over de rug gedragen worden wanneer de hond niet werkt. Hij mag geen platgeduwde staart hebben (die op de zijkant van de rug hangt) en mag ook niet te veel gekruld zijn op de rug De vacht mag ook niet te kort zijn zoals de staart van een vos. De staart van een malamute moet goed bevederd zijn en moet gedragen worden zoals een wuivende pluim.

Voorhand

De schouders verminderen geleidelijk. De voorpoten moeten sterk zijn, in vergelijking met de botten, goed gespierd en hoofdzakelijk loodrecht zijn, van voren bekeken. De tussenvoet is, vanaf de zijkant bekeken, kort en lichtjes aflopend naar de voet toe. 
De voeten zullen van het « sneeuwschoentype » zijn, vast en diep, met sterke kussentjes aan de voetzolen. Ze geven een indruk van sterkte en zijn compact. De voeten zijn groot, de tenen liggen vast en gebogen tegen elkaar. Er is beschermende vacht tussen de tenen. De kussentjes zijn dik en ruw, de nagels kort en sterk.

Voeten

De voeten moeten van het « sneeuwschoentype » zijn, de tenen goed gesloten en behaard maar ze zullen niet te kort zijn zoals de voeten van katten. De zolen zijn sterk.

Achterhand

De schouders verminderen geleidelijk. De achterpoten zijn breed en sterk gespierd ter hoogte van de dijen. De gewrichten zijn middelmatig gehoekt, de knieboog is laag aangezet en ook middelmatig gehoekt. Van achter gezien moeten de achterpoten, in stand als in beweging, op eenzelfde lijn zijn met de voorpoten, niet te dicht bij elkaar en ook niet te ver uit elkaar.
Sint-hubertusklauwen zijn ongewenst en moeten onmiddellijk na de geboorte verwijderd worden.

Vacht

De Malamute heeft een dikke en ruwe dekmantel die nooit te lang of te zijdeachtig mag zijn. De ondervacht is dik met ongeveer een lengte van 2,5 cm à 5 cm , olieachtig en wollig. Het ruwe dekhaar varieert in lengte zoals ook de ondervacht. De vacht is betrekkelijk kort tot middelmatig lang op de flanken, ze neemt toe naar de schouders en ook aan de hals, over de rug en het lichaam en de achterkant van de achterpoten, de broek en de staart. De Malamuten hebben gewoonlijk een kortere vacht in de zomer, minder dicht. De Malamute moet op tentoonstellingen natuurlijk voorgebracht worden. Het is niet toegestaan de vacht te knippen, behalve aan de voeten, om de goede verzorging van de voeten te laten zien.
Een te lange of te zijdeachtige (woolly) vacht is ongewenst en op tentoonstellingen niet toegestaan.

Kleur

De gewoonlijke kleuren variëren van het lichtgrijs tot het gewone grijs met alle verschillende schakeringen daarvan, sable en schakeringen tot rood. Combinaties van kleuren tussen ondervacht en de punten van het dekhaar zijn aanvaardbaar. De enig aanvaardbare uniforme kleur is totaal wit. Wit blijft de dominante kleur van de buik, de benen, de voeten en het gezicht. Een witte vlam op het voorhoofd of een vlek in de nek zijn aantrekkelijk en acceptabel. Gebroken kleuren of onregelmatige aftekeningen op heel het lichaam zijn ongewenst.

Gangwerk

De Malamute loopt soepel en sterk, zijn gangwerk toont kracht en uithoudingsvermogen aan. Hij is lenig in verhouding tot zijn grootte en zijn structuur. Van de zijkant gezien geeft de achterpoot een goede stuwing die door de gespierde lendenen doorgegeven wordt naar de voorhand. De voorhand krijgt die stuwing door een soepele en uitgrijpende beweging. Van voor en van achter gezien bewegen de poten zich op een lijn, niet te ver uit elkaar en ook niet te dicht bij elkaar. Bij een snelle stap oriënteren de voeten zich naar een centrale lijn onder het lichaam. Een stijl gangwerk of alles andere dat het gangwerk zou hinderen om onvermoeiend te zijn moet aangezien worden als een serieuze fout. 

Temperament

De Alaskan Malamute is een aanhankelijke hond, vriendelijk, niet de hond van slechts één baas alleen”. Hij is een toegewijde metgezel, speels als hij daartoe uitgenodigd wordt, maar zeer imposant door zijn waardigheid als hij volwassen is.